Commissievergadering

De commissievergadering is bedoeld om te komen tot een advies van de commissie over de geagendeerde onderwerpen. Dit advies komt tot stand door het delen van de verschillende fractiestandpunten. Afgesproken is dat het in principe niet is toegestaan tijdens de commissievergadering nog vragen te stellen. Vragen aan het college naar aanleiding van de verschillende agendapunten die uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan de vergadering bij de griffie zijn ingediend, worden uiterlijk twee werkdagen voor de vergadering beantwoord.

Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda definitief vast. Dat kan betekenen dat de volgorde van het behandelen van agendapunten wordt gewijzigd. Aanleiding hiervoor kan zijn dat zich voor een agendapunt insprekers hebben gemeld of dat voor een bepaald agendapunt juist veel publiek aanwezig is.

Commissieleden kunnen het college over actuele zaken ter verantwoording roepen. De vragen voor dit agendapunt moeten uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de vergadering bij de griffie zijn ingediend. Bij de vragen moet gemotiveerd worden aangegeven wat het spoedeisende karakter van de vraagstelling is, waardoor beantwoording tijdens de vergadering gewenst is. Over de antwoorden kan geen discussie worden gevoerd.

Commissieleden kunnen tot twee werkdagen voorafgaand aan de vergadering verzoeken tot wijziging van de besluitenlijst bij de griffie indienen.

De voorzitter, dan wel het college kunnen mededelingen doen. Over een mededeling kan geen discussie worden gevoerd.

Het gaat om zaken, die (nog) niet aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd, maar waar van de commissie een richtinggevende uitspraak wordt gevraagd. Deze uitspraak wordt verkregen door het uitwisselen van de fractiestandpunten.

De commissie formuleert, op basis van de fractiestandpunten die in de commissievergadering worden uitgewisseld, een advies aan de gemeenteraad voor de verdere behandeling.

De commissie formuleert, op basis van de fractiestandpunten die in de commissievergadering worden uitgewisseld, een advies aan de gemeenteraad voor de verdere behandeling. Eventuele vragen over deze voorstellen kunnen tot uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering bij de griffie worden ingediend. Vragen die na die tijd zijn ingediend zullen niet tijdig beantwoord kunnen worden.

De brandweerkazerne in Willemstad voldoet niet meer aan de minimale eisen van arbo-wetgeving en is technisch en functioneel verouderd. Daarom heeft er een locatiestudie plaatsgevonden waarin is gezocht naar een nieuwe locatie in de directe omgeving van Willemstad. Uit deze studie blijkt dat andere locaties niet geschikt zijn. Uw raad wordt voorgesteld om de brandweerkazerne op de huidige locatie te verbouwen en om de brandweer tijdelijk aan het Steenpad 21J in Helwijk te huisvesten.

1. Voor de verbouwing van de brandweergarage in Willemstad een krediet beschikbaar te stellen van € 1.952.000; 
2. Een afschrijvingstermijn te hanteren voor de verbouwing van 40 jaar en voor de installaties van 20 jaar; 
3. De kapitaallasten van het krediet voor de verbouwing van de brandweerkazerne als volgt te dekken voor het al opgenomen bedrag in de begroting 2024 van de investering van € 825.000:
   a. De kapitaallasten van € 41.250 in 2025 vrij te laten vallen uit de stelpost nieuw beleid, specifiek voor dit onderwerp geoormerkte middelen;
   b. De kapitaallasten van € 40.734 in 2026 en volgende jaren te dekken uit de stelpost nieuw beleid, specifiek voor dit onderwerp geoormerkte middelen; 
4. De extra kapitaalasten van de extra investering van € 1.127.000 voor de kapitaallasten in 2026 en verder te verwerken in de nota van aanbieding behorende bij de meerjarenbegroting 2025 en daarna te verwerken in de eerste begrotingswijziging 2025; 
5. De kosten van de tijdelijke huisvesting van € 150.000 te verwerken in de nota van aanbieding behorende bij de meerjarenbegroting 2025 en daarna te verwerken in de eerste begrotingswijziging ter grootte van € 105.000 t.l.v. 2025 en voor € 45.000 t.l.v. 2026 t.l.v. de begrotingspost brandweerkazernes.

Het jaarverslag en de jaarrekening 2023 zijn het sluitstuk van de planning & control (P&C) cyclus 2023. In het jaarverslag en de jaarrekening is zowel beleidsmatig als financieel verantwoording afgelegd over 2023. In de raadsvergadering van 4 juli 2024 zijn het jaarverslag en de jaarrekening 2023 onder voorbehoud van een goedkeurende verklaring van de accountant vastgesteld. Deze vaststelling onder voorbehoud was nodig omdat ten tijde van die raadsvergadering de accountant zijn controlerende werkzaamheden op de jaarstukken 2023 nog niet had afgerond en het definitieve rapport van bevindingen nog niet had opgeleverd. Omdat de jaarstukken 2023 formeel uiterlijk 15 juli moesten worden aangeleverd bij het CBS en Gedeputeerde Staten, was vaststellen onder voorbehoud noodzakelijk. Inmiddels is de accountantscontrole afgerond en is het accountantsverslag over het boekjaar 2023 ontvangen. De accountant verstrekt een goedkeurende verklaring voor de getrouwheid. Dat wil zeggen dat de jaarrekening een waarheidsgetrouw beeld geeft. Verder constateert de accountant o.a. dat er geen indicaties zijn van fraude en/of niet-naleving van wet- en regelgeving. Op basis van het accountantsverslag wordt voorgesteld om het jaarverslag 2023 en de jaarrekening 2023 definitief vast te stellen.

Voorgesteld besluit 
1. Het jaarverslag 2023 en de jaarrekening 2023 (definitief) vast te stellen.

Het rijk past jaarlijks het landelijk geldende Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aan. Daarom wordt hierbij een nieuwe verordening voorgelegd waarin de wijzigingen voor raads- en commissieleden zijn doorgevoerd. Naast een aantal technische aanpassingen is de belangrijkste wijziging om vast te leggen dat raads- en burgerleden bij beëindiging van het raads- of burgerlidmaatschap de beschikbaar gestelde device kunnen overnemen.

Voorgesteld besluit
1. De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024 vast te stellen.
2. De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019 vastgesteld op 6 juni 2019 in te trekken.

Het college informeert de commissie over actuele zaken die spelen binnen samenwerkingsverbanden waar de gemeente in deelneemt. Het college informeert de commissie met name over standpunten van het college namens de gemeente Moerdijk met betrekking tot hetgeen in bestuursvergaderingen aan de orde is geweest. De agenda’s van de gehouden vergadering zijn als bijlage aan de commissieagenda toegevoegd.

De commissie formuleert, op basis van de fractiestandpunten die in de commissievergadering worden uitgewisseld, een advies aan de gemeenteraad voor de verdere behandeling. Eventuele vragen over deze voorstellen kunnen tot uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering bij de griffie worden ingediend. Vragen die na die tijd zijn ingediend zullen niet tijdig beantwoord kunnen worden.

Het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOAB) helpt kinderen met risico op achterstand betere kansen te geven in hun ontwikkeling en onderwijs. De gemeente Moerdijk krijgt hiervoor geld van het Rijk en besteedt dit vooral aan educatie voor jonge kinderen in opvang en basisschoolgroepen 1 en 2. Samen met partners maakt de gemeente plannen om deze doelen te bereiken, vastgelegd in de Lokale Educatieve Agenda (LEA).

Voorgesteld besluit

1. In te stemmen met het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) 2024-2028 en het instrument de Lokale Educatieve Agenda (LEA) vast te stellen om de doelen uit het Onderwijsachterstandenbeleid te behalen.
2. De jaarlijks binnenkomende rijksgelden in te zetten voor de doelen die in het uitvoeringsplan Onderwijsachterstandenbeleid zijn opgenomen.

Het bestuur van Regionaal Bureau Leren West-Brabant (RBL) heeft de conceptbegroting voor 2025 naar het college en de gemeenteraad gestuurd, met een geraamde bijdrage van € 240.501 voor Moerdijk, om de continuïteit van de leerplichttaken en het voorkomen van schooluitval te waarborgen. Het bestuur van RBL wil de basis van hun taken versterken om jongeren in de deelnemende gemeenten beter te begeleiden naar een diploma of de arbeidsmarkt. De eerste begrotingswijziging voor 2024, die deze keuze ondersteunt, is al goedgekeurd door de gemeenteraad. De gemeenteraad wordt voorgesteld een zienswijze in te dienen op de conceptbegroting.

1. Vanwege de totale bijdrage ad € 240.501 de volgende zienswijze van de gemeente Moerdijk op de conceptbegroting 2025 in te dienen bij het gemeenschappelijk orgaan van de gemeenschappelijke regeling “Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten”, omdat de raad:
   - Kritisch is op het doorlopen proces omdat de conceptbegroting 2025 pas op 3 juli is ontvangen, terwijl de uiterste datum van ontvangst 1 april is op grond van artikel 10 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling.
   - Er vanuit gaat dat met de hogere bijdrage voor 2025, de basis van de dienstverlening weer kwalitatief op orde komt waarbij de raad vraagt om dit bij het bestuursverslag 2025 aan te tonen.
   - Er vanuit gaat dat als bij het RBL de basis weer op orde is, vervolgens ingezet wordt op een volledige doorontwikkeling om het RBL in de juiste positie te brengen als het gaat om preventie, outreachend werken etc..
2. De kosten ad € 240.501 op te nemen in de ontwerpbegroting 2025 van de gemeente Moerdijk ten laste van het budget leerplicht.

Het college informeert de commissie over actuele zaken die spelen binnen samenwerkingsverbanden waar de gemeente in deelneemt. Het college informeert de commissie met name over standpunten van het college namens de gemeente Moerdijk met betrekking tot hetgeen in bestuursvergaderingen aan de orde is geweest. De agenda’s van de gehouden vergadering zijn als bijlage aan de commissieagenda toegevoegd.